Australiërs herstellen immuunsysteem
Burnout en het immuunsysteem
Chronische stress en de lekkende maagwand
Wat is stress?
Wat is spanning?
Lichaamstaal en stress
Een storing in het immuunsysteem
Australiërs
herstellen immuunsysteem
Australische geleerden hebben stamcellen gebruikt
om bij muizen een thymus of zwezerik te laten groeien,
die een cruciale rol speelt in het immuunsysteem door
de aanmaak van cellen zoals de infectie-bestrijdende
T-cellen. De thymus wordt echter aangetast door ouderdom,
virussen, chemotherapie en bestraling. De geleerden
hopen de techniek binnen drie tot vijf jaar toe te
kunnen passen bij mensen.
Ze spoten epitele stamcellen, van het bovenste laagje
van een orgaan, in bij de muizen en die trokken hemapoetische
stamcellen aan, stamcellen die nog tot allerlei bloedcellen
kunnen uitgroeien,en maakten daar T-cellen van.
Bron:teletekst verschenen op gezondheid.be : 21-Jun-2002
terug
Burnout
en het immuunsysteem
Marja, een vijftigjarige docent Nederlands vraagt
zich af wat er met haar aan de hand is. Vroeger was
ze nooit ziek en nu vat ze de ene griep na de andere.
Ze maakt er een grapje van: vorige week had ik een
zomergriepje. Over een paar weken een herfstgriepje
en vervolgens een akelige wintergriep. Ook heeft Marja
last van bronchitis. Hoe is het op haar werk? Sinds
de twintig jaar dat ze op de Hogeschool werkt is de
complexiteit van haar taken toegenomen. Ze geeft klassikaal
onderwijs, maar begeleidt de studenten ook individueel.
Ze krijgt veel telefoontjes en het lukt haar vrijwel
nooit ongestoord tussen de middag een broodje te eten.
Ze ziet dat sommige collega's het rustiger hebben
en vraagt zich af hoe ze dat voor elkaar krijgen.
Waarschijnlijk trekken die zich veel minder van de
studenten aan. Misschien hoeven ze ook minder examens
voor te bereiden, hebben ze minder copieerwerk. Marja
knapt af als een van haar studenten een suïcidepoging
onderneemt. Ze ervaart dat ze zelf tekortgeschoten
is, de studente had haar vlak voor de poging nog benaderd
en Marja had gesnauwd dat ze echt niet wist waar ze
de tijd vandaan moest halen om haar problemen aan
te horen. Ze zag het teleurgestelde gezicht nog voor
zich toen ze had gezegd: 'meld je maar bij de decaan,
misschien kan die je helpen.' Privé had Marja het
de laatste tijd wat rustiger gekregen, haar beide
dochters waren het huis uit. Tijd om stil te staan
bij de gevoelens die het vertrek van haar dochters
opriepen, had ze niet. De school ging voor.
Marja had last van chronische stress en de bedrijfsarts
stelde de diagnose burnout. Bij burnout is een van
de symptomen dat je veel vatbaarder bent voor ziekte
en dat je minder snel herstelt van ziekte. Hoe komt
dat? Aantasting van het immuunsysteen door CGRP Chronische,
geestelijke stress, een toestand die te maken heeft
met activiteiten in talloze hersensystemen in de neocortex,
het limbisch systeem en de hypothalamus lijkt te leiden
tot overproductie een Chemische. Calcitonine Gengerelateerde
Peptide (CGRP) in zenuwuiteinden van de huid. Dit
heeft tot gevolg dat CGRP zich afzet op de cellen
van Langerhans. Deze cellen spelen een rol bij de
afweer en hebben tot taak ziekteverwekkers te vangen
en ze aan de witte bloedcellen af te geven zodat het
immuunsysteem ze onschadelijk kan maken. Als de Langerhanscellen
helemaal door CGRP zijn bedekt, dan zijn ze uitgeschakeld
en kunnen ze niet langer als bewakers optreden. Doordat
een van de toegangswegen van het lichaam nu minder
goed bewaakt is, zal het organisme vatbaarder voor
infecties zijn (Uit A.R. Damasio. De vergissing van
Descartes. Wereldbibliotheek, 1995).
Fysiek herstel eerst Marja voelt zich erg verantwoordelijk
en schuldig. Ze vindt dat ze de studenten en collega's
in de steek laat en wil zo snel mogelijk aan het werk.
Dat is niet de manier om te herstellen. Zo blijft
ze zichzelf onder druk zetten. Mijn advies is: eerst
fysiek herstellen en afstand nemen van het werk. Een
structuur in de dag aanbrengen waar ruimte is voor
fysieke inspanning, bijvoorbeeld een kwartier wandelen
en daarna uitrusten. Direct na het wandelen om zo
te leren hoe je je kunt ontspannen. Vanuit een geringe
belasting en inspanning langzaam de belasting in het
privé-leven opvoeren. Pas als het lukt bij redelijke
inspanning de energie op peil te houden kan aan een
voorzichtige werkhervatting worden gedacht. Maar ook
dan is begeleiding noodzakelijk om ervoor te zorgen
dat Marja niet meer in het oude gedrag van zichzelf
wegcijferen en geen grenzen stellen vervalt.
terug
Chronische
stress en de lekkende maagwand
Van stress krijg je vaak last van je maag en maagklachten
geven je vaak een sombere kijk op de dingen. Zo kom
je in een vicieuze cirkel terecht van machteloosheid.
In uitdrukkingen over de maag gaat het steeds om dingen
die moeilijk te verteren of op te lossen zijn: een
scriptie die je nog moet afmaken ligt zwaar op je
maag; je voelt dat iemand je een vervelende opdracht
in de maag heeft gesplitst, je zit met een lastige
collega in je maag, of je maag draait zich om als
je ziet hoe iemand een mooi ontwerp verknald heeft.
Iets waar je tegenop ziet, ligt als een steen op je
maag. Afgelopen week hoorde ik het verhaal van een
cliënte die al een jaar voor burnout in behandeling
was bij een in burnout geschoolde therapeut.
Maar ze knapte ondanks de goede behandeling niet op,
bleef even uitgeput als voorheen. De therapeut verwees
haar naar de huisarts voor verder onderzoek. Uit medisch
onderzoek bleek dat zij leed aan het Irritable bowel
syndroom, het prikkelbaar darm syndroom, een kramptoestand
van de dikke darm, met pijn in de linkerbuikhelft
en (spastische) constipatie afgewisseld met perioden
van diarree. Dit syndroom kan ontstaan door psychische
spanningen en heeft tot gevolg dat je minder energie
hebt, omdat je minder bouwstoffen uit je voedsel gebruikt.
Het artikel It's the gut that suffers dat hoort bij
Het Energieplan van The Times (www.thetimes.co.uk)
gaat uitgebreid in op de relatie tussen stress en
de lekkende maagwand en is in het onderstaande weergegeven.
Stress kan een behoorlijke invloed uitoefenen op je
spijsverteringsstelsel.
Als je bijvoorbeeld hevig schrikt, dat trekt het bloed
weg van je spijsvertering in de richting van skeletspieren
zodat je lichaam in staat is te vluchten of te vechten.
Chronische stress, het juk van het moeten waaronder
we allemaal gebukt gaan, kan resulteren in een verstoorde
spijsvertering. Stress stopt bijvoorbeeld de golvende,
samentrekkende (peristaltische) bewegingen die nodig
zijn om het voedsel te laten zakken. Stress kan ook
leiden tot een vermindering of vermeerdering van maagzuur.
In het eerste geval kan de bacterie Helicobacter Pylori
zich nestelen met als gevolg dat het slijmvlies van
het spijsverteringskanaal langzaam opgegeten wordt.
Bij teveel maagzuur raakt het slijmvlies ook beschadigd.
Als chronische stress geleid heeft tot burnout, zijn
de stresshormonen adrenaline en cortisol ontregeld.
Bij een te hoog cortisolniveau kan de schade aan het
spijsverteringskanaal leiden tot een zogenaamd 'lekkend
maag syndroom', waarbij de maag lekt als een vergiet.
Hierdoor komen microscopische, gedeeltelijk verteerde
voedseldeeltjes rechtstreeks in de bloedsomloop. Dit
kan leiden tot voedselgevoeligheid. Je raakt overgevoelig
voor voedsel dat je dagelijks tot je neemt, zoals
graan- en melkproducten. De symptomen die wijzen op
een lekkende maagwand ontstaan niet altijd meteen,
maar soms uren of een dag na het eten van het voedsel
waar je overgevoelig voor bent geworden. Je legt dus
niet onmiddellijk het verband tussen voedsel en de
volgende klachten: opgeblazenheid, indigestie, winderigheid,
verstopping, diarree, hoofdpijn, migraine, eczeem,
psoriasis en netelroos.
Een te hoog adrenalineniveau kan leiden tot problemen
met de bloedsuikerbalans. Adrenaline bevrijdt de glucose
uit zijn opslagplaats in de lever en spieren en brengt
het in de bloedbaan. Dit kan wat later leiden tot
een dipje, omdat insuline de extra vrijgekomen en
ongebruikte bloedsuiker opruimt en omzet in vet. Als
dit vaak gebeurt, gedurende een lange periode, heb
je steeds meer behoefte aan oppeppers, zoals koffie,
chocola of ander eten waardoor je snel meer energie
krijgt. De pech is dat je daarmee in een vicieuze
cirkel belandt: in een mum van tijd ben je weer terug
bij af en heb je weer een kop koffie nodig. Als je
in eenmaal in deze vicieuze cirkel gevangen zit, heb
je er nog een probleem bij want de bacterie die de
lekkende maagwand veroorzaakt, wordt door al die oppeppers
ook nog eens gevoed. Als je dan ook nog je nare gevoelens
op gaat lossen met drank, of aspirientjes gaat slikken
ter bestrijding van de hoofdpijn, ben je helemaal
ver van huis want ook zij verstoren het herstel van
het maagvlies.
De remedie In het energieplan van The Times (www.thetimes.co.uk)
staan veel tips voor de genezing van de het maagslijmvlies.
Het is natuurlijk het beste de bronnen van stress
weg te nemen. Daarnaast is het aan te bevelen met
roken te stoppen, geen koffie meer te drinken en het
alcoholgebruik te verminderen. Frisse groentesapjes
kunnen je helpen je maag te helen. Meng bijvoorbeeld
drie delen wortelsap met een deel koolsap (het smaakt
beter dan het klinkt). Het sap aloe vera helpt het
spijsverteringskanaal te helen. Verdun het sap (je
moet wel 99% puur hebben) met evenveel water als sap.
Drink een paar koppen muntthee na het eten. Strooi
gemalen zaadjes over het eten of de muesli. Je kunt
denken aan zaad van zonnebloemen, sesamzaad, lijnzaad
en hennepzaad. Voeg wat havervlokken toe aan de muesli,
ook dat heelt de maagwand.
Een andere oplossing meldde een cliënt, die ondanks
burnoutklachten en Irritable bowel syndroom doorwerkte.
Hij zei: 'Ik moet leren dat voor mij 80% 100% is.
Hij trok daaruit de conclusie dat hij zich voor één
dag per week ziek zou melden, waardoor hij de gelegenheid
kreeg van beide problemen te herstellen. TIP: vermijd
werkontbijten en werklunches, want ze helpen vaak
niet bij de spijsvertering, omdat je er veel te gespannen
bij zit. De spijsvertering komt niet lekker op gang
en met een opgeblazen gevoel in je maag ga je van
tafel met als vervelend resultaat dat je energie voor
die dag ook weg is. Lunch minimaal een keer per week
in je eentje.
terug
Wat
is stress?
(Bron:
Stresspreventie Drs. M.J.A. Paffen) Stress is het
gevolg van het langdurig onder hoge spanning functioneren.
De mate van stress is persoons afhankelijk waardoor
het niet direct het gevolg hoeft te zijn van het functioneren
in een bepaalde functie.
Er kunnen verschillende oorzaken aan een stress- situatie
ten grondslag liggen. De fysieke reactie op langdurig
onder hoge spanning functioneren, heeft als functie
de weerbaarheid van het lichaam te vergroten en zo
beter opgewassen te zijn tegen de verhoogde eisen
tot aanpassing. Deze fase eindigt, of in een rustige
evenwichtstoestand, of in een chronische toestand
van uitputting. Bronnen van stress kunnen liggen in
uiteenlopende levensgebieden en vanuit de werksituatie.
Deze stressoren kunnen leiden tot uiteenlopende psychische,
gedragsmatige en fysiologische veranderingen die op
den duur weer kunnen leiden tot ziekten van allerlei
aard. Stress treedt ook op bij een slechte afstemming
tussen eisen en kenmerken van de omgeving en de capaciteiten
en behoeften van het individu.
Het ontstaan van stress hangt samen met het zicht
van de mensen op hun bekwaamheden en handelingsalternatieven,
dit betekent dat aan individuele verschillen in het
huidige denken over stress, duidelijk meer aandacht
besteed wordt. Mensen verschillen in de betekenis
die ze toekennen aan situaties en in de vaardigheid
om met bepaalde problemen om te gaan. Overzie je deze
ontwikkeling in opvattingen over stress dan valt te
constateren dat het begrip stress eerst gehanteerd
werd om een algemene reactie aan te duiden op externe
situaties. De kenmerken van de persoon moeten hier
echter in worden meegenomen. De aandacht gaat nu uit
naar de wisselwerking tussen de eisen van de omgeving
en de vermogens en behoeftes van het individu. De
rol van cognitieve processen (waarneming en beoordeling)
hebben hierbij een zeer belangrijke betekenis.
Oorzaken van stress in de werksituatie: · het werk
(te veel, rolonduidelijkheid, rolconflict en verwachtingen)
· de groep (relaties, conflicten en onbillijkheid)
· de organisatie ( communicatie, onzekerheid, leidinggevende
en reallocatie) · veranderingsprocessen ( verantwoordelijkheid,
processen en technologie) · loopbaan ( midcareer,
ontslag, onderpromotie en overpromotie) · werkomgeving
( locatie, geluid en temperatuur) Stress uit zich
in twee categorieën symptomen n.l. fysieke (b.v.slapeloosheid)
en geestelijke (depressiviteit). Deze stress heeft
als gevolg dat je in een vicieuze cirkel terechtkomt.
Als fysieke of mentale symptomen optreden n.a.v. een
situatie, slaap je slecht en wordt je gedeprimeerd.
De kans dat je het probleem oplost wordt kleiner doordat
je problemen krijgt met je concentratie, met als gevolg
dat je vindt dat je faalt waardoor je nog gedeprimeerder
wordt en je je nog minder kunt concentreren. Eerste
hulp hierbij is de ontspanningsoefening. · werkdruk:
dat je 12 uur per dag werkt betekent niet perse dat
je goed bent in je werk. Er is dus iets goed mis als
je het werk niet binnen een normale tijd kunt uitvoeren.
Verwar hierbij niet de kwaliteit met kwantiteit. Wat
probeer je jezelf te bewijzen, onmisbaarheid? Ben
je uit op goedkeuring en lof? Kans op het maken van
fouten wordt groter als je jezelf nog meer inspant
om het te krijgen.
Praktische oplossingen zijn: systematiek inbrengen,
prioriteiten stellen, to-do list, delegeren, eerst
moeilijke zaken, geen irreële tijdlimieten afspreken,
accepteer niet meer dan je aankunt, zeg nee als dat
nodig is, laat je niet chanteren of manipuleren, laat
je gelden er wordt dan later rekening meegehouden.
· Maken van fouten: je zult het nooit iedereen naar
z’n zin kunnen maken. Niemand is volmaakt en iedereen
maakt fouten, dat is normaal. Laat het spel van vroeger
los om altijd te willen voldoen aan het goed uitvoeren
van de regels en wensen vanuit het ouderlijk huis.
Je bepaalt nu je eigen regels. Je bent zelf je beste
vriend, wees aardiger voor jezelf. · Werk niet kunnen
loslaten: ga er eerder uit en doe wat je leuk vindt.
Draag niet alle zorgen van je werk op je schouders,
je zult er altijd onder bezwijken en dan ben je voor
niemand nog nuttig. Heb niet de illusie dat je onvervangbaar
bent. Zoek afleiding die past bij de mate van stress.
Vier het feit dat je leeft en belast je privé tijd
niet teveel met de zorgen en problemen van je werk.
· neem iedere ochtend eerst tijd voor jezelf · ontspan
regelmatig · herinner je regelmatig je successen,
met name die keren dat je jezelf hebt overtroffen
· vraag jezelf aan het einde van de dag of je genoeg
hebt gedaan, ondanks het feit dat je niet alles hebt
afgekregen. · noteer de dingen die je de volgende
dag moet doen · als je in de loop van de avond dingen
te binnen schieten, noteer ze en laat het los · denk
na over het feit of je het soort leven leidt dat je
zou willen leiden · doe alles bewust, een ding te
gelijk en in een rustig tempo.
terug
Wat
is spanning?
Spanning wordt als term gehanteerd voor incidentele
verstoringen van het evenwicht in belasting en belastbaarheid
waarbij door rust en ontspanning een terugkeer naar
het evenwicht volgt. Een gezonde spanning is goed
omdat de prestaties hierdoor verhoogd worden. Wordt
de spanning te hoog dan verminderen de prestaties.
Als deze spanningen permanente verstoringen van het
evenwicht worden is sprake van stress, men spreekt
dan van chronische spanning. Spanning is in tegenstelling
tot stress neutraal/positief, stress is meer van negatieve
aard.
Bij stress is er sprake van een langdurig verstoorde
balans tussen de eisen van de omgeving (of die de
persoon aan zichzelf stelt) en de vaardigheden en
capaciteiten van het individu. Te weinig spanning
in het werk leidt tot lagere prestaties, verveling
en apathie. Zowel onderbelasting als overbelasting
leiden tot suboptimale prestaties. Niet te weinig,
niet teveel, maar een middelmatig niveau van spanning
werkt dus bevorderend op prestaties. Bij stress heeft
het individu het gevoel niet langer opgewassen te
zijn tegen een situatie. De beleving is van meer dreigende
aard. De balans tussen belasting en belastbaarheid
wordt nu langdurig ernstig verstoord. De persoon ervaart
geruime tijd dat hij onvoldoende opgewassen is tegen
de aan hem gestelde eisen. Langdurige overmatige stress
kan, behalve somatische symptomen (hartkloppingen),
gedragssymptomen (slaapproblemen), psychologische
symptomen (onzekerheid) en depressie, leiden tot burnout.
(Bron: Stresspreventie Drs. M.J.A.
Paffen)
terug
Lichaamstaal
en stress
In
contact met andere mensen communiceren we altijd;
we kunnen niet anders! Het is niet mogelijk om niet
te communiceren, want behalve door middel van woorden,
maken we elkaar ook veel duidelijk met behulp van
lichaamstaal. Onze gevoelens kunnen we zelfs makkelijker
laten blijken door middel van lichaamstaal dan uitspreken.
Ons stilzwijgen zegt vaak meer dan onze woorden. Met
woorden geven we inhoudelijke een boodschap, maar
onze mimiek, gebaren, houding en intonatie, geven
aan hoe deze boodschap eigenlijk moet worden verstaan.
Onze blikken kunnen doden, of een hart doen smelten,
en zo maken we dus ook veel duidelijk over onze relatie
met de ander. Onze diepste gevoelens spreken we niet
zo makkelijk uit. Belangrijke emoties zoals liefde,
boosheid, angst, vreugde, twijfel en onzekerheid worden
daarom het eerst door middel van lichaamstaal uitgedrukt.
In veel werksituaties gaat het niet zo vaak over gevoelens.
Hier moet in de eerste plaats werk verricht worden.
Er is werkdruk, wedijver, concurrentiestrijd, irritatie
en vaak weinig tijd, onder andere om je collega's
eens echt wat beter te leren kennen. De communicatie
gaat vooral over de inhoud van het werk en minder
over de onderlinge relaties. Dit denken we tenminste,
want zoals gezegd communiceren we voortdurend door
middel van lichaamstaal en zo geven we elkaar steeds
boodschappen op betrekkingsniveau. Door dubbelzinnige,
tegenstrijdige, onduidelijke of afkeurende non-verbale
boodschappen kan veel spanning ontstaan. Stress op
het werk is mogelijk de belangrijkste oorzaak van
ziekmeldingen. Vroeger werd iemand 'overspannen' genoemd,
maar in deze tijd spreken we vaker van burn-out. Wat
heeft deze veroorzaker van vaak langdurige ziekte
nu te maken met lichaamstaal? Om hier antwoord op
te geven moeten we kijken wat nu de grootste veroorzaker
is van stress. Is dit werkelijk het werk zelf, of
spelen er nog andere factoren een rol?
Ziekmakende communicatie In veel gevallen van burn-out
is niet het werk zelf de voornaamste stressfactor,
maar de communicatie binnen de werksituatie. Het gaat
daarbij niet alleen om wat collega's en leidinggevenden
zeggen, maar vooral over wat ze niet zeggen. Rivaliteit,
pressie en onvoldoende waardering voor het werk en
voor de persoon zelf, worden eerder non-verbaal uitgedrukt
dan uitgesproken. We spreken nu eenmaal niet zo makkelijk
over deze gevoelens, maar we laten onze onvrede wel
blijken door middel van lichaamstaal. De boodschap
die we de ander daarmee onbewust geven, vreet diep
in zijn ziel en is een belangrijke veroorzaker van
ziekte. Stress is ook besmettelijk, want de onuitgesproken,
maar duidelijk merkbare onvrede van de ene werknemer,
heeft ook zijn weerslag op de werklust van de ander.
Als de werknemer ziek thuis is, zal hij soms zelf
als reden hiervoor noemen dat hij 'overwerkt' is.
Hij bevond zich op kantoor op momenten dat dat niet
meer van hem verwacht werd en nam de gedachten aan
zijn werk mee naar huis, zodat dit hem ook 's nachts
wakker hield. Toch moeten we niet vergeten dat ook
hier vaak de verstoorde communicatie de drijfveer
is. Een werknemer die voldoende waardering ervaart
voor het werk dat hij doet, zal niet zo snel overwerkt
raken. Waardering
Om gemotiveerd te kunnen blijven werken, heeft een
mens behoefte aan waardering. Hierbij heb ik het niet
over het salaris dat maandelijks bijna automatisch
wordt overgemaakt. Ik heb het hier over een complimentje
dat zo nu en dan eens gemaakt moet worden of, om in
lichaamstaal-termen te spreken, over een schouderklopje
of een aai over de bol. Ook een opgestoken duim en
een glimlach kunnen al wonderen doen. Dit klinkt allemaal
vrij logisch, maar toch ontbreekt het hier in de praktijk
vaak aan. Kritiek Natuurlijk kan het voorkomen dat
je als werkgever ontevreden bent over je werknemer,
of dat je als collega bepaalde verwachtingen hebt
van de ander. In dit geval is het opbouwender om de
kritiek uit te spreken dan deze alleen non-verbaal
te laten blijken. Afkeurende blikken en korte snauwen
zonder de daarbij behorende motivatie dragen niet
bij tot een prettige werksfeer. Te vaak komt het ook
voor dat een collega, waarmee men het niet zo goed
kan vinden of waar men ontevreden over is, totaal
wordt genegeerd.
Genegeerd worden is misschien wel het vervelendste
dat je in een werksituatie kan overkomen. Het is namelijk
erg belangrijk om gezien te worden en dat kun je hier
ook wel letterlijk nemen. Herken stress op tijd Burn-out
bij jezelf en bij anderen kan worden voorkomen door
de tekens van stress tijdig te herkennen. Het herkennen
bij jezelf is misschien nog het meest lastig. Veel
mensen gaan de gedrevenheid waarmee ze hun werk doen
zien als een karaktereigenschap: 'zo ben ik nu eenmaal'.
Ze kunnen niet meer onderscheiden dat ze voor die
tijd 'nu eenmaal' niet zo waren. Zelfs het hebben
van slapeloze nachten, hoofdpijn en pijn in de nek
zijn geen tekenen die hen doen stoppen. Ook dit 'hoort
er nu eenmaal bij', zo vinden ze. Het is dus zinvol
om de stress bij collega's te herkennen en hun daarvan
bewust te maken. De gestreste collega. Als een collega
met regelmaat langer op zijn werk blijft dan nodig
is en een gedreven indruk maakt, kan er sprake zijn
van stress.
Ook aan kleine signalen kun je dit merken. Deze collega
kan een vermoeide indruk maken en snel geirriteerd
zijn. Veelal kan hij zich ook moeilijk concentreren.
Het lukt hem bijvoorbeeld niet om aandachtig te luisteren
tijdens gesprekken. Steeds kijkt hij weg en laat zijn
gedachten makkelijk afdwalen. Zijn slechte concentratie
kan er ook de reden van zijn dat hij meer fouten maakt
die hij, diep zuchtend, weer probeert te herstellen.
De collega is vaak overbetrokken met zijn werk bezig
en met te veel dingen tegelijk. Hierdoor verliest
hij ook het overzicht. Hij spreekt veel, snel en gejaagd.
Hij loopt vlug en toont tekenen van ongeduld zoals
trommelen met zijn vingers. Zijn overbetrokkenheid kan echter plotseling omslaan in onverschilligheid;
zijn vele praten in stilzwijgen.
Een bijdrage van: Frank van Marwijk
Meer informatie over lichaamstaal: www.lichaamstaal.com
terug
Een storing in het immuunsysteem
In de Studium Generale-reeks 'Het Raadsel in de Wetenschap' hield prof.dr. H.A. Drexhage onlangs in het Techniek Museum een lezing onder de titel 'Het weerloze lichaam'. Hij is hoogleraar auto-immuunziekten van endocriene organen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Van zijn voordracht hieronder een ingekorte weergave
,,In Rotterdam staat op een hoog gebouw in neonverlichting een mooie versregel van Lucebert: 'Alles van waarde is weerloos.' Ons lichaam is zeker van waarde. Ik heb erover nagedacht of het ook weerloos is. In al die jaren dat ik het immuunsysteem bestudeer is mij gebleken dat ons lichaam enorm weerbaar is.
Laten we eerst omschrijven wat ziek-zijn betekent, want lang niet iedereen verstaat daaronder hetzelfde. Allereerst is er het ziektegevoel. Een patiënt zal bij de dokter komen met klachten, bijvoorbeeld dat hij moe is of ergens pijn heeft. Hij zal niet bij hem komen met de mededeling: 'Ik heb een leverfunctiestoornis.' Soms zijn er aantoonbare orgaanafwijkingen. Ze kunnen overlappen met het ziektegevoel, maar dat hoeft niet. Vaak zijn ze discongruent. Twee patiënten die dezelfde afwijking hebben, kunnen daar dan ook verschillend op reageren. De één kan zich doodziek voelen, de ander helemaal niet.
Ik zal dat illustreren met het voorbeeld van twee Nepalese vrouwen die beiden aan jodiumgebrek lijden, waardoor hun schildklier is vergroot. De oudere vrouw heeft een bijzonder groot struma en heeft daar ongetwijfeld veel last van. Die van de jongere valt daarentegen nauwelijks op. Of ze last heeft van haar struma is de vraag. U moet zich namelijk realiseren dat in de vorige eeuw vrouwen graag een struma hadden, omdat de hals daardoor beter uitkwam. Dezelfde afwijking kan door mensen dus anders gepercipieerd worden.
Tempelrite
Hoe denkt men nu dat een dergelijke ziekte ontstaat? Daarbij is het belangrijk hoe men in het leven staat of wat voor wereldbeeld men heeft. In Nepal, zeker op het platteland, heeft men niet in de gaten dat een struma wordt veroorzaakt door jodiumgebrek. Daar denken de mensen dat het komt door een verstoring van kosmische krachten. Zo dachten wij in Europa tweeduizend jaar geleden ook. In het antieke Griekenland zocht men zijn heil in een tempel. Om aan de ziekte te ontsnappen moest men in het reine komen met de godheid. Men deed dat in Asklepieia, genoemd naar Asclepius, de Griekse god van de geneeskunde. Wanneer men zich beter voelde kon men de godheid danken door een mensbeeldje met de aandoening erop geboetseerd, in de tempel achter te laten. Zo weten wij wat voor klachten ze hadden en of ze zich beter voelden.
Hoewel we ons kunnen afvragen of een tempelrite een struma zal verhelpen, kan het wel op het ziektegevoel werken. Het kan de angst wegnemen. Daardoor ben je minder bezorgd en kun je jeeen stuk beter voelen. Het blijkt dus dat er een grote discrepantie kan bestaan tussen hoe een ziekte wordt beleefd en wat er werkelijk aan de hand is.
Echt grote verbeteringen zijn mijns inziens gekomen met de introductie van het medisch-biologisch en chemisch denken over het lichaam. Een groot voorvechter daarvan was Robert Koch (1843-1910). Net zoals de wereld om ons heen zijn we het lichaam gaan beschouwen als materialistisch. Het is opgebouwd uit moleculen en er vinden chemische reacties in plaats.
Aids
Kunnen wij sommige ziekteverschijnselen associëren met stoornissen in het immuunsysteem? En zijn dat dan ook altijd immuunziekten? In Amerika manifesteerden zich rond 1980 de eerste aids-patiënten. Ze waren homoseksuele mannen en hadden onder andere last van vermoeidheid, koorts, lymfeklierzwellingen en luchtweginfecties. Dat laatste kon goed door de medicus worden vastgesteld.
Onderzoek in hun longen gaf een bijzonder resultaat te zien. Ze hadden infecties, veroorzaakt door bacteriën die iedereen bij zich heeft. Bij hen waren ze in staat om ongebreideld de weefsels binnen te dringen. Dit betekende dat ze een afweerstoornis hadden. In het laboratorium kon men dat pinpointen op een gebrek aan T-cellen.
Er waren ziektegevoelens, vastgestelde afwijkingen in de luchtwegen en een verminderd aantal T-cellen. Men had op dat moment geen clou wat er precies aan de hand was. Enkele jaren later vond men bij deze patiënten een virus, het zogeheten HIV (Humane Immunodeficiency Virus). De vraag was toen of het virus verantwoordelijk was voor het afwijkend aantal T-cellen, dat op zijn beurt de oorzaak is van de luchtweginfecties.
In de begintijd is er geopperd dat de vermindering van T-cellen wordt veroorzaakt door seksuele stimulantia die deze mannen hadden gebruikt. Er is altijd de vraag wat er eerder is: de kip of het ei? Bij het chronisch vermoeidheidssyndroom (ME) is dat bijvoorbeeld tot nu toe een onoplosbaar probleem. In het geval van aids is dat opgelost door de aanwezigheid van een apevirus dat veel lijkt op HIV. Toen men apen daarmee infecteerde ging dat gepaard met een lager aantal T-cellen en dat leidde tot de luchtweginfectie. Daarmee was het oorzakelijk verband aangetoond.
Depressie
Dat dit niet altijd eenvoudig is zal ik illustreren met het voorbeeld van een vitale depressie. Mensen die daaraan lijden zijn zwaar depressief, zien alles zwart en zijn vertraagd in hun handelen en denken. Hun immuunsysteem blijkt ook stoornissen te vertonen, weliswaar niet zo sterk als bij aids, maar het werkt niet zoals het moet. We zouden kunnen opperen dat de stoornissen in het immuunsysteem verantwoordelijk zijn voor de depressie, maar zo gemakkelijk ligt het niet.
Het immuunsysteem is zeer complex, maar het wordt nog ingewikkelder doordat de werking ervan nauw samenhangt met andere regelsystemen in ons lichaam, bijvoorbeeld het endocriene systeem. Dit produceert hormonen die belangrijk zijn voor onze stofwisseling en reproductie. Ook de hersenenstaan in verbinding met zowel het immuunsysteem als het endocriene systeem.
Ik wil even focussen op de zogeheten hypothalamus die gelegen is in de tussenhersenen. De hypothalamus is bijzonder belangrijk, omdat dit hersengedeelte hormonen kan afscheiden die via het hersenaanhangsel het endocriene systeem beïnvloeden. Bovendien speelt de hypothalamus een rol bij onze stemming. Volgens sommigen is dit hersengedeelte zelfs een belangrijke determinant van onze stemming.
Hoe kijkt men nu tegen vitale depressies aan? De klachten worden enerzijds bepaald door de hypothalamus. Er zijn dus werkelijk functionele hersenafwijkingen die vaak ook erfelijk zijn. Maar er zijn nog veel meer factoren. Een andere hoofdfactor kan stress zijn, zoals die optreedt door een verhuizing of een ernstig verlies.
U ziet dat meerdere oorzakelijke factoren het immuunsysteem kunnen beïnvloeden, zodat er een vermindering van T-cellen optreedt waardoor er virusinfecties kunnen onstaan. Het is dus een zeer ingewikkelde interrelatie. En als ik u ook nog eens vertel dat andere hogere hersencentra ook op het immuunsysteem kunnen inwerken en dat het immuunsysteem invloed heeft op de hypothalamus, dan begrijpt u dat we oorzaak en gevolg niet snel uit elkaar kunnen halen. Bij het chronisch vermoeidheidssyndroom, dat sterk aan de depressie gerelateerd is, weten we op dit moment ook niet of de immuunstoringen gevonden bij dit ziektebeeld oorzaak of gevolg zijn.
Wanneer je kijkt naar de vitale depressie, die dus samengaat met allerlei immuunstoornissen, dan heeft het stimuleren van T-cellen nauwelijks invloed op de depressieve gevoelens. Misschien heeft het wel tot gevolg dat er minder virale infecties zullen optreden. Wanneer je een depressie werkelijk in de kern wilt treffen, dan betekent dat een behandeling op het niveau van de hersenen met triptizol of prozac. Soms leidt dat tot drastische verbeteringen.
De reductie van klachten kan ook worden bewerkstelligd door de stress weg te nemen door bijvoorbeeld psychotherapie - maar beter is allebei. Wanneer dit gebeurt heeft het ook effect op het immuunsysteem. U moet wel bedenken dat therapeutische effecten een wisselend en beperkt resultaat hebben. Dat is heel jammer, want dat is eigenlijk de wet van behoud van ellende.''
Bron: http://www.delta.tudelft.nl/
Bewerking: Mannus van der Laan
terug