pijnappelklier



De rol van de pijnappelklier in mystieke ervaringen

Klik hier voor: Pijnappelklier endocriene
Klik hier voor het artikel: Pijnappeklier derder oog

Projectvoorstel door Dr. Saskia Bosman, biologe.

Onze pijnappelklier (epifyse), een klein orgaan in het centrum van het brein, staat in de neurowetenschappen bekend als een hormoonklier die een scala aan hormonen produceert, die gereguleerd worden door onder andere de licht-donker (dag-nacht) cyclus. De hormonen zijn serotonine, melatonine, DMT (dimethyltryptamine), 5meo-DMT (5-methoxy-dimethyltryptamine) en pinoline.1-5 Oude spirituele tradities zoals Yoga en Tantra beschouwen de pijnappelklier als een “kosmische antenne” via welke wij in contact staan met een diepere, mystieke realiteit.6 De wetenschap heeft aanwijzingen dat de pijnappelklier inderdaad een rol speelt in mystieke (oftewel transcendentale), paranormale en hallucinatoire ervaringen, omdat sommige van haar hormonen psychoactief zijn.7-10

pijnappelklierDeze hormonen verbinden zich met de serotonine-receptoren in vele gedeelten van de hersenen. Dit leidt tot complexe patronen van electrische activiteit. De betreffende persoon krijgt dan innerlijke ervaringen, die variëren van hallucinaties via dromen tot en met mystieke ervaringen.7-10 Er is aangetoond dat met name de slaapkwabben complexe electrische activiteitspatronen vertonen tijdens mystieke ervaringen.11

De vraag die dit project poogt te beantwoorden is: welke hersen-structuren worden actief vóór de pijnappelklier de hormonen gaat produceren die betrokken zijn bij de mystieke ervaring? Welke activiteit vertoont de pijnappelklier zelf?

Welke mechanismen en zenuwbanen een rol spelen in de stimulering en remming van de hormoonproductie en electrische activiteit van de pijnappelklier als gevolg van de licht-donker-cyclus, is reeds bekend.1-5 De mechanismen die de productie van bepaalde pijnappelklier-hormonen teweegbrengen bij mystieke ervaringen, zijn onbekend. Ook is nog geen poging gedaan om de electrische activiteit van de pijnappelklier tijdens mystieke ervaringen te meten.

Voor dit project zullen drie groepen proefpersonen gevormd worden:
1. Mensen die (ook in het laboratorium) mystieke ervaringen bij zichzelf kunnen opwekken door middel van stil gebed en/of meditatie.
2. Mensen die in stilte kunnen bidden en/of mediteren in het laboratorium, maar die nooit in staat zijn geweest om mystieke ervaringen bij zichzelf op te wekken, al zouden ze dat wel willen.
3. Mensen die in stilte kunnen bidden en/of mediteren in het laboratorium, maar die niet geloven dat een mystieke ervaring vandaag de dag mogelijk is (mystieke ervaringen, beschreven in de Bijbel, zijn voor hen iets wat tot het verleden behoort, of een metafoor).

Groep 3 dient om erachter te komen, of hun specifieke geloof (“mystieke ervaringen onmogelijk”) een negatief effect heeft op de resultaten. Uit een eerder onderzoek naar de relatie tussen diverse bewustzijnsstaten, bereikt door diverse vormen van meditatie en EEG hersengolfpatronen, is ons reeds duidelijk geworden dat alle drie groepen mensen bestaan.12

Metingen van de activiteit van de pijnappelklier en van de rest van de hersenen zullen gedaan worden tijdens rust en tijdens stil gebed en/of meditatie. Na iedere sessie zal de proefpersonen gevraagd worden naar hun subjectieve ervaringen en zullen bloedmonsters afgenomen worden voor bepalingen van de spiegels van de pijnappelklier-hormonen. De activiteit van de pijnappelklier en van de rest van de hersenen zullen gemeten worden door middel van:

A. Een meerkanaals SQUID neuromagnetometer13, 14, die de magnetische component meet van de electrische hersen-activiteit. (Hiermee zijn reeds de eerste, belovende metingen gedaan aan de pijnappelklier.) Teneinde deze metingen ruimtelijk te kunnen relateren aan de pijnappelklier en andere hersenstructuren, zullen deze bij iedere proefpersoon eenmalig gelokaliseerd moeten worden door middel van MRI scanning.15
B. Een PET scanner; deze is in staat om de bloeddoorstroming en diverse soorten stofwisselings-activiteit te lokaliseren en te meten in de hersenen.16-18

Beide apparaten zijn in staat om de activiteit te meten van diep gelegen hersenstructuren. Meettijd met beide apparaten zal geboekt worden in diverse ziekenhuizen en universiteiten in en om Nederland.

Vervolgens zal een statistische analyse uitgevoerd worden van de verschillen in meetresultaten tussen de groepen proefpersonen, tussen rust en gebed/meditatie en tussen de subjectieve verslagen van het wel of niet hebben van een mystieke ervaring.

Dit project zal naar verwachting meer inzicht opleveren in wat er topografisch in de hersenen gebeurt vóór, tijdens en na een mystieke ervaring. Het is bedoeld als het begin van steeds dieper gaand onderzoek, waarin diverse disciplines betrokken zullen worden.19

Er zijn ook nieuwe meetmethoden in ontwikkeling voor de activiteit van de pijnappelklier:
- Capacitief met gebruikmaking van de Heart Tuner, ontwikkeld door Dan Winter, Jan Souren et al.20
- Meting van de natuurlijke microgolf-emissie van de pijnappelklier i.s.m. Han Vriezen et al., gebaseerd op het werk van de (wijlen) Duitse ingenieur Robert Endroes.21


Dr. Saskia Bosman, biologe,


Referenties:
1. W.B. Quay, “Pineal Chemistry (in cellular and physiological mechanisms)”, Charles Thomas Publishers, Springfield, IL, USA, 1974, ISBN 0-398-02802-8.
2. R.J. Wurtman, J. Axelrod, D.E. Kelly, “The Pineal”, Academic Press, New York, London, 1968, LCCCN 68-26632
3. Russel J. Reiter, “The Pineal - 1977”, Eden Press, 1977 (from series: “Annual Research Reviews, distr. Churchill Livingstone: The Pineal, Vol. 2, 1977), ISBN 0-443-01706-9
4. “Pineal Gland”, http://soma.npa.uiuc.edu/labs/greenough/statements/rswain/hormones/011996.html
5. Lukas Buehler Ph.D.: “ Drugs and Their Receptors”, http://www.whatislife.com/reader/anaesthetics/anaesthetics.html
6. Genevieve Lewis Paulson, “Kundalini and the Chakras”, Llewellyn Publications, St. Paul, Minnesota, USA, 1996, ISBN 0-87542-592-5
7. J.C. Callaway, “A Proposed Mechanism for the Visions of Dream Sleep”, Medical Hypotheses Vol. 36 (1988) p. 119-124, http://www.cures-not-wars.org/medhyp1.html
8. R. McClay, “The Pineal Gland, LSD and Serotonin”, 19 March 1976 (from a pharmacology paper), http://www.magnet.ch/serendipity/mcclay/pineal.html#a1.6
9. R. Strassman, M.D., “Update on the University of New Mexico Studies: DMT and Psilocybin”, http://www3.10pht.com/~bb/drugs/dmt/dmt_psil.html
10. T. McKenna, D. McKenna, “The Invisible Landscape”, Harper San Francisco, 1993, ISBN 0-06-250635-8
11. M.A. Persinger: “Neuropsychological Bases of God Beliefs”, Praeger, New York, 1987.
12. S. Bosman, T. Kuiper: "Innerlijke beelden en het brein"/”Inner Images and the Brain” (Dutch), Bres147, p. 94-102.
13. J. Karhu & C. Tesche, “Characterization of Hippocampal and Cerebellar Activity”, http://boojum.hut.fi/research/brain/ar98hippo.html
14. 306-kanaals neuromagnetometer from Finland: http://boojum.hut.fi/research/brain/index.html and http://www.neuromag.com
15. T. M. Peters: “Image-Guided Surgery: From X-Rays to Virtual Reality”, http://www.irus.rri.on.ca/igns/documents/XRVR.pdf
16. R. Stufflebeam and W. Bechtel: “PET: Exploring the Myth and the Method”, http://www.cas.ilstu.edu/philosophy/stufflebeam/pages/papers/philsci.html
17. “Neuroanaesthesia”, http://www.health.adelaide.edu.au/icu/files/anaesthesia_notes/neurosurgery.pdf
18. D. Balériaux: “Neuroradiology: Past, Present and Future”, http://www.medical.philips.com/clinical/mm40_3/pdf/baleria.pdf
19. S. Bosman: “A Holistic Research Project on the Role of the Pineal Gland as an Intermediary Between the Physical and Metaphysical Worlds of Experience.” Foundation of Environmental Consciousness, The Netherlands, 2000.
20. www.soulinvitation.com/lifeforce
21. Robert Endroes: “Die Strahlung der Erde”, Paffrath Verlag, Remschied (D), 1988